Voor dit boek verhuisde Saskia twee jaar naar Middelstum, werkte met de boeren mee op het land en leerde families kennen die veel weg hebben van de Koridons.
De trotse familie Koridon woont al sinds 1859 op Schokland. De oude boer Zwier en zijn dochter Trijn verwijten zichzelf allebei de dood van Jort, hun zoon en broer. De schuld schept een onderlinge band, al blijkt die ook op misverstanden te berusten. Trijn ontvluchtte de boerderij eenmaal met de man die Femkes vader zou worden, maar keerde na drie jaar gedesillusioneerd uit de stad terug met een dreumes. Sindsdien vervult ze plichtmatig haar rol van boerin op Schokland. In het ‘dodevogelmuseum’ waar Jort ooit vogels opzette, is zij doorgegaan met zijn liefhebberij en vindt daar haar momenten van geluk.
Dochter Femke kan beter met dieren omgaan dan met mensen. Ze krijgt een moeilijke lesbische relatie met een naburige boerin Danielle. Verder zien we wat voor gevolgen de aarbeving heeft op het boerenleven. Boerderijen die verwoest worden, familiebedrijven die gedwongen moeten stoppen, de ambtenarij waar tegen ze vechten, activisten en hoe de media het allemaal mee omgaat.
Bevingsschade wijten de ambtenaren aan slecht onderhoud door de boeren, en schadebesluiten worden eindeloos vertraagd of zelfs herroepen. In enkele cursieve stukjes laat Saskia Giuseppe Mercalli de seismoloog die honderd jaar geleden een aardbevingsschaal ontwikkelde voor de schade aan mensen, dieren, gebouwen en natuur aan het woord. Mercalli’s schaal wordt in veel landen gebruikt naast die van Richter, maar niet in Nederland.