De jongen kent de regels niet en betast tijdens oudjaarsnacht een meisje.
Fragment: Ik was tien. Misschien elf. Misschien negen. Misschien twaalf. Mijn precieze geboortedatum heeft niemand me ooit verteld. Thuis hielden we geen register bij. Ik was zo oud als het uitkwam." Hij zoekt noodgedwongen in Europa zijn heil. In zijn dorp en zijn land dringt - etnisch? - oorlogsgeweld zich steeds meer op. Velden, gehuchten, huizen en mensen worden systematisch vernietigd. "Ik moet de taal kiezen waarin ik de dingen vergeet die ik liever niet vertel. Wat ik wil koesteren, mag ik niet in een andere taal teloor laten gaan", denkt de opvallend vroegrijpe jongen.
Nog een citaat: Onderweg vermenigvuldigen de ontberingen zich, met een gevoelloze pink als minste euvel. Uiteindelijk schiet er nog één korst brood over: "Wanneer ik ze opat, wist ik: daarna komt er niets meer. Ik at niet op krediet. Ik belegde in hoop."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten