Mooi boek om in te bladeren en in dit boek krijg je een overzicht van zestig Nederlandse schrijfsters uit de periode 1880-2010. Boek geschikt voor leesclubs om een klassieke schrijfster te bespreken.
Het belangrijkste selectiecriterium (de auteurs moeten vrouw zijn) staat
niet op de voorgrond. Maar in veel bijdragen speelt het
gender-perspectief wel een rol. Zoals bij Cécile Goekoop, die in Hilda
van Suylenburg, bijgenaamd de ‘Hollandsche Negerhut’, de vrouwenkwestie
aansneed en propageerde dat de vrouw alleen met een betaalde baan
gelukkig kon worden. Of bij Annie Salomons, in haar min of meer
autobiografische debuutroman 'Een meisje-studentje'(1907) over een
meisje dat de destijds atypische stap zet om te gaan studeren. En later
bij Anja Meulenbelt, die afrekende met het mannenbolwerk waarin
literatuur van vrouwen werd afgedaan als ‘damesromans’. Maar het boek
beperkt zich nadrukkelijk niet tot de emancipatoire thematiek. Connie
Palmen wordt bijvoorbeeld gepresenteerd als schrijver én filosoof. Er is
in de beeldvorming en in de literatuurgeschiedschrijving de afgelopen
decennia wel iets veranderd. Schrijvers als Charlotte Mutsaers, Désanne
van Brederode en Marjolein Februari worden gezien als belangrijke
postmoderne auteurs. Schrijvende vrouwen toont de grote variëteit aan
vrouwelijke stemmen in de Nederlandse en Vlaamse literatuur
Titel: Schrijvende vrouwen; een kleine literatuurgeschiedenis van de Lage Landen 1880-2010
Uitgeverij: Amsterdam University Press
Jaar van uitgave: 2010
Blz: 318
isbn: 97899089642165 (ms)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten