dinsdag 11 augustus 2020

Maar waar zijn de duiven dan van Jan Siebelink

 


Boekenweeklezing Jan Siebelink in Theater de Bussel - OosterhoutJan Siebelink (1938) werd geboren te Velp, waar zijn vader een kleine bloemisterij dreef. Hij werd onderwijzer en studeerde in zijn vrije tijd Franse taal- en letterkunde. Tijdens zijn studie kwam hij in aanraking met het werk van de Franstalige schrijver J.-K. Huysmans. Diens roman A rebours maakte door zijn verblindende stijl, religieuze preoccupatie en verheerlijking van het kwaad een verpletterende indruk op Siebelink, die het vertaalde onder de titel Tegen de keer. Op de dag dat hij de vertaling inleverde, schreef hij in de huiskamer van zijn moeder, op de plaats waar zijn vader was overleden, zijn eerste verhaal: ‘Witte chrysanten’. Met vier andere verhalen vormde dit zijn debuut Nachtschade (1975). Het boek viel op omdat het door zijn zwartromantische motieven afstand nam van het realisme dat toen in de letteren heerste. Siebelink wilde een verbinding tot stand brengen tussen het Hollandse realisme en de Franse literatuur uit het 19e-eeuwse fin-de-siècle. Op de dag dat Hugo Tempelman een brief ontvangt van zijn arts neemt hij zonder de envelop te openen een rigoureus besluit. Jan Siebelink volgt hem vanaf dat moment op de voet en hij kijkt terug op zijn leven en wil er een eind aan maken? omdat hij ongeneeslijk ziek is.

Wat doet hij met deze laatste dag?

In die ene dag die hem nog rest, duikt Hugo Tempelman – al vijf jaar weduwnaar, en sinds hij zijn hond heeft moeten laten inslapen alleengaand – in het verleden, bezoekt plekken waar hij iets mee heeft en neemt hij afscheid van vrouwen die hem dierbaar waren. De duik in het verleden maakt duidelijk dat Hugo Tempelman zijn vader nooit gekend heeft, en na de dood van zijn moeder als pleegkind opgenomen is door een kinderloos echtpaar: Hans en Margje Sievez, wonende te Velp, alwaar zij een kwekerij bestieren. Na de dood van zijn pleegouders heeft hij de in verval geraakte kwekerij geërfd en is er met zijn vrouw gaan wonen. Inmiddels zijn woonhuis en kwekerij in een stichting ondergebracht.

Het boek viel mij een beetje tegen. Vele herkenbare situaties uit de andere boeken. Niet echt verrassend




Geen opmerkingen: