'Ik
erken daarmee het bestaan van de traditie', zegt hij, 'maar ook dat ik
me de vrijheid veroorloof om daarmee te spelen – ook dat is een
invulling van het thema. Ik hoop dat de lezers de moeite nemen om de
werken waaraan ik refereer ter hand te nemen. Wie dat doet, zal drie
keer genieten: de eerste keer door mijn gedicht te lezen, de tweede keer
door de oorspronkelijke werken van Shakespeare en de Bijbel te lezen,
en de derde deer door nogmaals mijn gedicht te lezen en te zien wat ik
met het origineel heb gedaan.'
Lanoye
lijkt kritisch te zijn op het gebruik van het begrip 'vrijheid'. Het
woord 'vrij' duidt óók vaak iets aan wat er niet is. Denk aan 'smetvrij'
of 'vetvrij'. En zit er ook geen negatieve connotatie aan termen als
'vrije jongen' of 'vrije handel'? 'Zonder handen, zonder tanden' krijgt
daarbij ook een politieke lading: wat betekent 'gastvrij' in een tijd
waarin de grenzen sluiten? Dat gevoel bekruipt je zeker als je het
gedicht leest in combinatie met het volgende, waarin Zuid-Afrikaanse
dichters de vrijheid écht met betekenis bezingen.
Geen woord zo vrij als vrij
Het weert wat men verbiedt
Smetvrij, vetvrij. Kogelvrij
Maar wat is dan ‘gastvrij’?
(Ontdaan van vreemdelingenwaan?)
En vogelvrij: een doel, een straf?
Of een verzuchting op een graf?
Hier ligt hij: Eindelijk vrij.
Het weert wat men verbiedt
Smetvrij, vetvrij. Kogelvrij
Maar wat is dan ‘gastvrij’?
(Ontdaan van vreemdelingenwaan?)
En vogelvrij: een doel, een straf?
Of een verzuchting op een graf?
Hier ligt hij: Eindelijk vrij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten